DE GEVOLGEN VAN CORONA VOOR HET CONTRACTENRECHT

Wie me een half jaar geleden zou hebben verteld dat ons land als gevolg van een virus in “intelligente” lockdown zou gaan, zou ik meewarig hebben aangekeken. Hoe zo dan? En hoe dan? Inmiddels zitten de eerste drie weken lockdown er op en beginnen de ernst en omvang van de gevolgen van de uitbraak van dit virus en de coronacrisis pas echt tot ons door te dringen.

In ieder geval tot 28 april 2020 zijn van overheidswege horeca, sportclubs, sauna’s, zwembaden etc. gesloten, er geldt een (samenscholings)verbod om met meer dan drie mensen samen te zijn en een bevel om anderhalve meter afstand van elkaar te houden. Waar mogelijk wordt thuis werken aanbevolen. Ook geldt er in ieder geval tot 1 juni 2020 een verbod op vergunningsplichtige evenementen.

Hoewel de invoering van deze maatregelen in het belang van de volksgezondheid noodzakelijk was, worden vele ondernemers hierdoor zwaar getroffen. Ondernemers die als gevolg van de maatregelen per direct hun onderneming moesten staken, kunnen hun contractuele verplichtingen ineens niet meer nakomen. Ook zijn er ondernemingen die niet verplicht zijn te sluiten maar die uit eigen beweging gehoor hebben gegeven aan de oproep van de overheid. Sluiting van deze veelal (dienstverlenende) kantoren heeft weer gevolgen voor de betreffende (toe)leveranciers. Verder krijgen ondernemingen in deze onzekere tijden te maken met (toekomstige) opdrachten die worden geannuleerd omdat voorlopig even de hand op de knip wordt gehouden. Het zijn allemaal gevolgen van de huidige situatie en ze roepen de nodige vragen op in relatie tot ons contractenrecht.

 

Uitgangspunten contractenrecht

In het Nederlandse contractenrecht staan twee beginselen centraal: contractsvrijheid en trouw aan het gegeven woord. Dit laatste uitgangspunt betekent dat afspraken moeten worden nagekomen. Contracten kunnen normaal gesproken niet zonder reden worden beëindigd of worden aangepast zonder de wederpartij een schadevergoeding te betalen. Men doet er daarom verstandig aan lopende contracten te controleren of er bepalingen in zijn opgenomen waarop de uitbraak van het coronavirus van invloed kan zijn. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat in contracten bepalingen zijn opgenomen om in dit soort situaties afspraken in overleg te kunnen wijzigen of de overeenkomst zelf te kunnen beëindigen. Als dergelijke bepalingen niet zijn opgenomen in het contract, dan moet worden teruggevallen op de wet.

Welke leerstukken uit het contractenrecht zijn in de huidige situatie, waarin sprake is van de uitbraak van een pandemie, van belang?

 

Overmacht

Of je een beroep kunt doen op overmacht hangt allereerst af van de vraag of je een overmachtbepaling in je contract of algemene voorwaarden hebt opgenomen. In een overmachtbepaling is uitgelegd wanneer sprake is van een situatie van overmacht. In sommige contracten zie je een uitgebreide overmachtclausule opgenomen waarin bijvoorbeeld oorlog of natuurrampen expliciet als situaties van overmacht worden benoemd. De vraag is of in die bepalingen ook (overheidsingrijpen als gevolg van) een pandemie als overmachtsituatie is opgenomen. Aangezien deze situatie zo ongekend is, is mijn verwachting dat niet veel overmachtbepalingen in contracten deze specifieke situatie als overmacht zullen hebben vastgelegd. Is niet specifiek een pandemie maar wel ziekte als overmachtgeval vastgelegd in het contract, dan is het een kwestie van uitleg of daarmee ook op de coronasituatie is gedoeld.

Is er een duidelijke overmachtbepaling neergelegd in het contract maar wordt de huidige coronasituatie daarin niet beschreven of is er helemaal geen overmachtclausule in het contract opgenomen, dan moet er worden teruggevallen op het in de wet opgenomen overmachtartikel (artikel 6:75 BW) en de jurisprudentie daarover. Nu de huidige situatie zo uniek en zo onverwacht is, is mijn verwachting dat wanneer een onderneming haar verplichtingen op dit moment niet kan nakomen als gevolg van de overheidsmaatregelen, er een overmachtsituatie in de zin van de wet zal worden aangenomen.

Wat is het gevolg van een geslaagd beroep op overmacht? Indien er sprake is van overmacht, dan betekent dat dat een tekortkoming (het niet kunnen nakomen van een afspraak) de niet-presterende contractant niet kan worden toegerekend en deze daardoor geen schadevergoeding hoeft te betalen.

De situatie dat een contract niet kan worden nagekomen als gevolg van de getroffen overheidsmaatregelen is overigens een andere situatie dan een situatie  van betalingsonmacht die is veroorzaakt door stagnatie van inkomsten. De Voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant heeft bijvoorbeeld op 23 maart 2020[1] (in kort geding) geoordeeld dat betalingsonmacht als gevolg van stagnatie van inkomsten in de risicosfeer van de schuldenaar ligt en hem niet van zijn betalingsverplichting uit de huurovereenkomst ontslaat. Hierbij speelde een rol dat al van de aanvang van de huurovereenkomst af sprake was van te late betalingen terwijl er toen nog geen sprake was van een coronacrisis. In deze situatie werd geen beroep op overmacht aangenomen.

 

 

Onvoorziene omstandigheden

De rechter kan op verlangen van een der partijen de gevolgen van een contract wijzigen of deze geheel of gedeeltelijk ontbinden op grond van onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst mag verwachten (artikel 6:258 BW). Deze wijzigings- of ontbindingsmogelijkheid in geval van onvoorziene omstandigheden kan alleen door een rechter worden uitgesproken en daarvoor is een dagvaardingsprocedure noodzakelijk. In de jurisprudentie is uitgemaakt dat de rechter terughoudendheid moet betrachten bij de toepassing van dit artikel. Er moet bovendien sprake zijn van een onvoorziene omstandigheid. Als een bepaalde situatie al is verdisconteerd in het contract, dan kom je aan een onvoorziene omstandigheid niet toe.

Veel ondernemers die nu hard worden getroffen door de coronacrisis hebben naar verwachting de tijd en de financiële middelen niet om (gemiddeld) een jaar lang hierover te gaan procederen terwijl de uitkomst bij een procedure onzeker is. In theorie klinkt dit leerstuk daarom mooi, in de praktijk zal het op dit moment weinig soelaas bieden.

 

Redelijkheid en billijkheid

De redelijkheid en billijkheid kunnen in de huidige situatie op verschillende manieren een oplossing bieden.

Artikel 6:2 BW bepaalt dat een schuldeiser en schuldenaar zich jegens elkaar moeten gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid. Deze basis kan daarom door contractspartijen worden aangegrepen om met elkaar in gesprek te gaan over gemaakte afspraken en de gevolgen van de coronacrisis hiervoor. Het kan redelijk en billijk zijn om de “pijn” van deze situatie op een andere manier te verdelen dan in eerste instantie was afgesproken. Ook kan worden gedacht om het leerstuk van de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid in te roepen om te proberen een heronderhandeling over afspraken af te dwingen.

Hoe langer de periode van crisis zal gaan duren des te groter is de kans dat er partijen zijn die van de coronacrisis misbruik gaan proberen te maken. Te denken valt aan contractuele partijen die deze crisis aangrijpen om onder bepaalde contractuele verplichtingen uit te komen terwijl de wens om onder die verplichtingen uit te komen al voor de coronaperiode bestond. In dergelijke gevallen kan een beroep van die partij op overmacht naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. De redelijkheid en billijkheid kan daarmee op verschillende manieren uitkomst bieden.

[1] ECLI:NL:RBOBR:2020:1763.

Kristen Megens - van Mierlo

Als specialist op het gebied van contractenrecht zal ik u graag willen adviseren en ondersteunen. Wilt u graag meer weten over mijn achtergrond als advocaat dan vind u hier mijn persoonlijke pagina.